Statuten

I. NAAM, ZETEL, WERKGEBIED EN DOEL
Artikel 1
De onderlinge waarborgmaatschappij, hierna te noemen: “de maatschappij”, draagt de naam: Onderlinge Brandwaarborgvereniging “Giethoorn” U.A..
De maatschappij is gevestigd te Giethoorn, gemeente Steenwijkerland, en is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 2
De maatschappij strekt haar werkgebied uit over de voormalige gemeente Giethoorn en naaste omgeving.

Artikel 3
De maatschappij stelt zich ten doel met haar leden, hierna ook te noemen: “deelnemers”, op de nader bij deze statuten en/of reglementen vastgestelde en/of vast te stellen voorwaarden, op onderlinge grondslag verzekeringsovereenkomsten te sluiten in het verzekeringsbedrijf, dat zij te dien einde ten behoeve van haar deelnemers uitoefent,
a. tegen schade aan onroerende- en roerende zaken (hierna ook te noemen: “goederen”), welke schade is veroorzaakt door brand en daarmee gelijkgestelde gevaren op voorwaarden, vermeld in het verzekeringsreglement;
b. tegen zodanige gevaren, voor de verzekering waarvan de algemene vergadering de gelegenheid zal hebben opengesteld en wel op de door haar vast te stellen voorwaarden.

II. DEELNEMERS
Artikel 4

  1. Deelnemers van de maatschappij zijn natuurlijke- en rechtspersonen, die als verzekeringnemer onroerende en/of roerende zaken bij de maatschappij hebben verzekerd.
  2. Alle kennisgevingen aan en oproepingen van deelnemers worden aan het door betrokkene laatst opgegeven adres gedaan.

Artikel 5
Ieder, die verzekeringnemer en als gevolg daarvan deelnemer (lid) van de maatschappij wenst te worden, levert een ondertekende aanvraag tot verzekering bij de secretarisboekhouder van de maatschappij in. Het formulier van de aanvraag wordt door het bestuur vastgesteld. Het bestuur is gerechtigd zonder opgave van redenen ofwel een kandidaatdeelnemer te weigeren ofwel bepaalde ter verzekering aangeboden zaken te weigeren.

Artikel 6
Wordt de aanvraag door of vanwege het bestuur aangenomen dan wordt als bewijs van het bestaan van de verzekering een polis, hierna ook te noemen: “bewijs van aandeel”, getekend door de voorzitter of vice-voorzitter en de secretaris-boekhouder aan de nieuwe deelnemer uitgereikt, alsmede een exemplaar van de statuten en het verzekeringsreglement.

Artikel 7

  1. De in het bewijs van aandeel omschreven verzekering geschiedt voor een termijn van drie jaren en het lopende jaar, in die zin, dat zij eindigt des middags twaalf uur op de eerste januari drie jaren na de eerste januari, volgende op de dag, waarop de aanvraag tot verzekering werd aangenomen.
  2. De verzekering (waaraan dus gekoppeld het lidmaatschap, hierna ook te omschrijven als: “deelnemerschap”) gaat in terstond nadat de aanvraag tot verzekering is aangenomen.
  3. De leden-verzekeringnemers zijn verplicht tot naleving van alle bepalingen van de statuten en reglementen, alsmede van de besluiten van het daartoe aangewezen orgaan van de maatschappij, alsook van de verzekeringsvoorwaarden en wel als deelnemer voor zover een en ander hen aangaat uit hoofde van hun deelnemerschap en als verzekeringnemer voor zover een en ander hen aangaat ingevolge de lopende verzekeringsovereenkomst(en). Schending kan, te beoordelen door het daartoe bevoegde orgaan, leiden tot verval van verplichting uitkeringen te doen in het kader van bedoelde verzekeringsovereenkomsten.

Artikel 8

  1. Indien bij een verzekering meer dan één verzekeringnemer optreedt dan wel door erfopvolging of anderszins komt op te treden, zal door de  verzekeringnemers één vaste vertegenwoordiger moeten worden aangewezen om de rechten verbonden aan verzekering en deelnemerschap uit te oefenen. Deze aanwijzing dient schriftelijk te geschieden en is eerst van kracht, nadat deze schriftelijk door de maatschappij is erkend.
  2. De ondertekening en handelingen van de aangewezene zullen alle medeverzekeringnemers verbinden. Zij zullen in alles door hem vertegenwoordigd
    worden en zullen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de nakoming van alle verplichtingen uit de verzekering en het deelnemerschap voortvloeiende. Zij zullen ter vergadering tezamen slechts één stem kunnen uitbrengen.
  3. De verzekeringnemers kunnen alleen schriftelijk wijziging in de vertegenwoordiging aanbrengen, welke wijziging eerst van kracht wordt nadat deze schriftelijk door de maatschappij is erkend.
  4. Bij gebreke van een aanwijzing als in de voorgaande leden bedoeld, zullen de rechten verbonden aan verzekering en deelnemerschap niet uitgeoefend kunnen worden.

Artikel 9
De verzekering wordt geacht telkens stilzwijgend te zijn verlengd voor een termijn van drie jaren, indien niet ten minste drie maanden voor het einde van de lopende verzekering per aangetekend schrijven opzegging aan het adres van de secretaris-boekhouder is gedaan.

Artikel 10
Het bestuur is bevoegd verzekeringen te sluiten voor een kortere termijn dan drie jaren. Alsdan worden bedoelde verzekeringen geacht telkens stilzwijgend te zijn verlengd voor gelijke termijn, indien niet ten minste drie maanden voor het einde van de lopende verzekering per aangetekend schrijven opzegging aan het adres van de secretaris-boekhouder is gedaan.

Artikel 11

  1. Indien er schade is ontstaan aan het verzekerde, is de deelnemer verplicht daarvan onverwijld mededeling te doen aan de maatschappij op straffe van verlies van elk recht op schadevergoeding.
  2. Indien er gevaar voor schade bestaat, hebben de leden van het bestuur, alsmede de secretaris-boekhouder het recht de betrokken deelnemer te  waarschuwen en hem voorschriften te geven ter voorkoming van de schade. De deelnemer zal daartoe toegang moeten verlenen tot het verzekerde.
  3. Weigert hij de toegang, blijft hij in gebreke met de uitvoering van de gegeven voorschriften of neemt hij niet de maatregelen, die ter voorkoming of beperking van schade redelijkerwijze mogen worden verwacht, dan kan de deelnemer terstond worden geschorst door een bestuurslid of de secretaris-boekhouder. Geschiedt de schorsing door een bestuurslid, dan is deze verplicht hiervan onverwijld mededeling aan de secretarisboekhouder te doen. Schorsing als deelnemer sluit in schorsing van de verzekering.

Artikel 12

  1. Binnen acht dagen na de ingang van de schorsing beslist het bestuur, de betrokken deelnemer in een daartoe bijeengeroepen spoedvergadering gehoord, althans opgeroepen hebbende, of de schorsing zal worden opgeheven dan wel of de deelnemer zal worden geroyeerd.
  2. Ontstaat gedurende de schorsing schade aan het verzekerde goed van de deelnemer, dan wordt deze, indien de schorsing wordt opgeheven, vergoed als ware er geen schorsing geweest.
  3. Besluit het bestuur tot royement, dan wordt dit geacht te zijn ingegaan op de dag van de schorsing. Royement als deelnemer sluit in royement van de verzekering en verlies van alle aanspraken op vergoeding.

Artikel 13

  1. Deelnemers die weigeren of nalatig blijven aan bepalingen van deze statuten of van het verzekeringsreglement of aan eventuele overige verzekeringsvoorwaarden of aan besluiten van de maatschappij te voldoen of op onredelijke wijze de maatschappij benadelen, kunnen door het bestuur al dan niet na voorafgaande schorsing worden geroyeerd.
  2. Het in het vorige artikel bepaalde is daarbij van overeenkomstige toepassing. De betrokkene wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit in kennis gesteld.
  3. Tot uiterlijk dertig dagen na verzending van de in lid 2 bedoelde kennisgeving kan de betrokkene bij de algemene vergadering in beroep komen. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is de deelnemer geschorst.

Artikel 14

  1. Behoudens het in lid 2 bepaalde is een lid (deelnemer) bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen binnen één maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
  2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheid tot opzegging geldt evenwel niet als:
    a. de wijziging van de premie en/of de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
    b. de premie wijzigt in verband met indexering;
    c. de wijziging een uitbreiding van de dekking inhoudt.
  3.  Overigens eindigt het deelnemerschap door beëindiging van alle door de deelnemer met de maatschappij gesloten verzekeringsovereenkomsten; voorts wanneer een rechtspersoon deelnemer is en deze ophoudt te bestaan; en verder als bedoeld in de artikelen 44 en 45.

Artikel 15
Een geschorste en/of geroyeerde deelnemer is gehouden tot betaling van de premies en omslagen, geheven over het boekjaar waarin de schorsing of het royement plaats had.

Artikel 16

  1. Na beëindiging van de deelneming heeft de betrokkene generlei aanspraak op de bezittingen van de maatschappij, behoudens het eventueel gevormde ledenkapitaal.
  2. Bij beëindiging van het deelnemerschap blijft de desbetreffende deelnemer aansprakelijk voor de nakoming van zijn verplichtingen, ontstaan tijdens de duur van zijn deelnemerschap, daaronder mede begrepen het lopende boekjaar.

Bijzondere verplichtingen

Artikel 17
Bij besluit, genomen door een daartoe krachtens de wet en/of statuten bevoegd orgaan van de maatschappij, kunnen aan de deelnemers naast de verplichtingen die voortvloeien uit de statuten, reglementen en de verzekeringsovereenkomsten, andere verplichtingen worden opgelegd. Artikel 13 is op bedoelde  verplichtingen van toepassing.

III. ORGANEN VAN DE MAATSCHAPPIJ
A. Bestuur

Artikel 18

  1. Het bestuur bestaat, met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in de Wet op het financieel toezicht, uit ten minste vijf personen die door de algemene vergadering worden benoemd als bepaald in artikel 28.
    De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
    Het bestuur verdeelt onderling de functies van voorzitter en vicevoorzitter.
    Het bestuur wordt bij voorkeur uit de leden benoemd, met dien verstande dat ten hoogste twee bestuursleden ook buiten de leden kunnen worden benoemd.
    Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar.
    De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.
    Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
    a. ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden is benoemd: door het eindigen van het lidmaatschap van de maatschappij;
    b. door bedanken.
  2. a. Behoudens het hierna onder b bepaalde wordt in tussentijdse vacatures in de eerstvolgende algemene vergadering voorzien.
    b. Indien er meer dan drie tussentijdse vacatures ontstaan, is het bestuur verplicht binnen één maand na het ontstaan van de laatste vacature een buitengewone algemene vergadering te houden, ter voorziening in deze vacatures.
    c. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
  3. Een bestuurslid kan door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen; dit kan slechts geschieden met twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
  4. In geval van schorsing dient binnen twee maanden na het ingaan van de schorsing een buitengewone algemene vergadering te worden uitgeschreven teneinde een beslissing te nemen of de schorsing zal worden opgeheven, dan wel het bestuurslid als zodanig wordt ontslagen, bij gebreke van welke vergadering die schorsing eindigt.

Artikel 19
(vervallen)

Artikel 20

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de maatschappij.
  2. Het bestuur is bevoegd:
    a. tot het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten, ook indien dit inhoudt het aangaan van een lidmaatschapsverhouding met een herverzekeringsmaatschappij ongeacht het feit of de maatschappij als gevolg daarvan al dan niet uit hoofde van die lidmaatschapsverhouding aansprakelijk wordt voor een eventueel tekort van de desbetreffende herverzekeringsmaatschappij in een boekjaar of bij vereffening;
    b. verzekeringsovereenkomsten aan te gaan als bedoeld in artikel 3, voor zover die geen bepalingen bevatten die in strijd komen casu quo zijn met de statuten en/of reglementen van de maatschappij. De maatschappij kan zich daarin de bevoegdheid voorbehouden om door een besluit, genomen door een daartoe krachtens de wet en/of de statuten bevoegd orgaan van de maatschappij, wijziging aan te brengen in de overeengekomen verzekeringsvoorwaarden, onder meer door het opleggen van nadere voorwaarden of het geven van nadere voorschriften verbandhoudende met het risico van de verleende verzekering.
  3. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
  4. Aan het bestuur komen overigens alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan de andere organen van de maatschappij zijn verleend.
  5. Het bestuur is belast met de algemene leiding van de maatschappij en met de zaken, welke het bij de statuten en het verzekeringsreglement worden opgedragen. Het bestuur is bevoegd in die gevallen waarin een strikte toepassing van de verzekeringsvoorwaarden een resultaat zou geven dat naar haar oordeel in hoge mate in strijd zou zijn met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen redelijkheid en billijkheid, ten gunste van de verzekeringnemers/verzekerden van die voorwaarden af te wijken.
  6. Het bestuur vertegenwoordigt de maatschappij in en buiten rechte. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan hetzij de voorzitter tezamen met de secretaris-boekhouder hetzij de vice-voorzitter tezamen met de secretarisboekhouder.
  7. Het bestuur is bevoegd andere personen een algemene of beperkte volmacht te verlenen om de maatschappij in en/of buiten rechte te vertegenwoordigen.
  8. In geval van ontstentenis of belet van één of meer leden van het bestuur is het (zijn de) overblijvende lid (leden) van het bestuur met het gehele bestuur belast. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van het bestuur of van het enige lid van het bestuur wordt de maatschappij tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de algemene vergadering steeds moet zijn aangewezen. Onder belet wordt in deze statuten verstaan de omstandigheid dat (a) het lid van het bestuur gedurende een periode van meer dan één (1) maand onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken of (b) het lid van het bestuur is geschorst.

Artikel 21

  1. Het bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit noodzakelijk acht, doch minstens eenmaal per half jaar. Indien drie of meer bestuursleden schriftelijk aan de voorzitter de wens te kennen geven tot het houden van een vergadering is deze verplicht binnen vijf dagen een vergadering te doen uitschrijven met inachtneming van een termijn van ten hoogste acht dagen.
  2. Vergaderingen worden in opdracht van de voorzitter uitgeschreven door de secretarisboekhouder, met inachtneming van een termijn van minstens drie vrije dagen, behalve in spoedeisende gevallen. Mocht de voorzitter weigeren of in gebreke blijven zodanige vergadering te doen houden, dan zullen drie of meer bestuursleden zelf die vergadering kunnen bijeenroepen met inachtneming van een termijn van ten minste drie vrije dagen.
  3. De bijeenroeping zal steeds behelzen een opgave van plaats en tijd van de te houden vergadering, alsmede een opgave van de te behandelen onderwerpen. Onderwerpen, welke niet op de agenda zijn geplaatst, kunnen te allen tijde worden behandeld, doch besluiten zullen in dat geval slechts kunnen worden genomen indien ten minste vier/vijfde van de bestuursleden zich vóór het nemen van zo een besluit verklaart.

Artikel 22
Besluiten van het bestuur worden genomen bij meerderheid van stemmen. De secretaris-boekhouder heeft een adviserende stem.

Artikel 23
De bestuursleden zijn belast met de hen bij de statuten en het verzekeringsreglement opgedragen werkzaamheden.

Artikel 24
De bestuursleden hebben het recht hun onkosten uit de kas van de maatschappij te doen betalen voor zover deze in redelijkheid zijn gemaakt ter uitoefening van hun werkzaamheden als bestuurder. In de algemene vergadering legt het bestuur rekening en verantwoording af voor de gedeclareerde onkosten in de achterliggende periode.

B. De secretaris-boekhouder en het verdere personeel
Artikel 25

  1. Het bestuur benoemt een secretaris-boekhouder, zulks voor onbepaalde tijd doch niet langer dan tot en met het jaar, waarin hij de door de wet bepaalde pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Indien in zeer bijzondere omstandigheden het belang van de maatschappij zulks vordert, kan deze termijn door het bestuur telkens met één jaar worden verlengd.
  2. De secretaris-boekhouder wordt zo nodig door het bestuur geschorst en ontslagen.
  3. Zijn werkzaamheden worden door het bestuur bij instructie vastgesteld en zonodig gewijzigd. Zijn arbeidsvoorwaarden worden in een schriftelijke arbeidsovereenkomst neergelegd.
  4. Bij ontstentenis van de secretaris-boekhouder wordt deze vervangen door een door het bestuur aan te wijzen persoon. Schorsing heeft geen verlies van beloning tengevolge.

Artikel 26
Het bestuur benoemt in overleg met de secretaris-boekhouder hetzij in vaste hetzij in tijdelijke dienst, hetzij voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden, alle nodige personeel. Het regelt tevens hun werkzaamheden, alsmede de arbeidsvoorwaarden.

C. De algemene vergadering/controlecommissie
Artikel 27
De algemene vergadering wordt gevormd door de deelnemers.
Er wordt ten minste eenmaal per jaar een gewone algemene vergadering gehouden en wel binnen de eerste zes maanden na afloop van het boekjaar. De oproeping geschiedt door middel van advertentie of convocatiebiljetten, welke de te behandelen agenda, de plaats en de tijd van de vergadering bevatten, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.

Artikel 28

  1. In de gewone algemene vergadering geschiedt de verkiezing van bestuursleden, zowel ter voorziening in periodieke als in tussentijdse vacatures. Het bestuur maakt voor elke vacature een niet bindende voordracht op, bevattende zo mogelijk twee namen.
  2. Wordt bij de eerste stemming geen volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen verkregen, dan wordt een tweede vrije stemming gehouden. Wordt ook dan geen volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen verkregen, dan volgt een stemming tussen de twee personen, die bij de vorige stemmingen de meeste stemmen op zich verenigden, zonodig na een tussenstemming. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
  3. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

Artikel 29

  1. a. Wordt geen opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verleend als bedoeld in artikel 30 lid 4, dan benoemt de algemene ledenvergadering, jaarlijks, uit de deelnemers een commissie van drie leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken.
    b. Jaarlijks treedt één lid af volgens een door de commissie opgemaakt rooster. Dit lid is niet terstond herkiesbaar.
    c. Degene, die wordt gekozen ter vervulling van een tussentijdse vacature, treedt af op het tijdstip, waarop zijn voorganger had moeten aftreden.
    d. De last van de controlecommissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door benoeming van een andere controlecommissie.
  2. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de maatschappij te geven.
  3. De commissie onderzoekt de in lid 2 en de in artikel 30 lid 2 bedoelde stukken.
  4. Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de commissie bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan zij zich in overleg met en op kosten van de maatschappij door een deskundige doen bijstaan. De commissie brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit

Artikel 30

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de maatschappij en van alles betreffende de werkzaamheden van de maatschappij, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de maatschappij kunnen worden gekend.
  2. Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op, die voor de deelnemers ter inzage wordt gelegd op het kantore van de maatschappij. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter inzage voor de deelnemers, tenzij de artikelen 2:396 lid 6 of 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de maatschappij gelden.
    De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
    De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die het bestuur uiterlijk een maand na afloop van de termijn doet houden.
    Nadat het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het door hen in het desbetreffende boekjaar gevoerde beleid, voor zover dat beleid uit de jaarrekening blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt.
  3. De maatschappij zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de algemene vergadering, bestemd tot behandeling van de jaarrekening, op het kantoor van de maatschappij aanwezig zijn. De deelnemers kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
  4. a. De maatschappij verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening, tenzij zij daarvan is vrijgesteld op grond van de wet. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan komt het bestuur deze bevoegdheid toe. De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar heeft verleend.
    b. De opdracht wordt verleend aan een daartoe op grond van de wet bevoegde accountant. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt.
    c. Degene aan wie de opdracht is verstrekt, brengt van zijn onderzoek schriftelijk verslag uit aan het bestuur.

Artikel 31

  1. Indien het bestuur daartoe besluit, zal een buitengewone algemene vergadering worden gehouden op een door het bestuur te bepalen plaats en tijd.
    2. Indien ten minste dertig deelnemers schriftelijk en met opgave van de te behandelen punten aan het bestuur de wens te kennen geven tot het houden van een zodanige vergadering, zal de voorzitter deze binnen vier weken na ontvangst van het verzoek doen uitschrijven met inachtneming van de in artikel 27 vermelde formaliteiten.

Artikel 32
Indien de voorzitter in gebreke mocht blijven tijdig een gewone of buitengewone algemene vergadering uit te schrijven, zal dit geschieden door de meerderheid van het bestuur of, indien ook deze in gebreke mocht blijven, door de voormelde verzoekers, alles met inachtneming van de formaliteiten als omschreven in artikel 27.

Artikel 33

  1. Iedere deelnemer die niet geschorst is, is bevoegd in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde:
    a. de algemene vergaderingen bij te wonen;
    b. daarin het woord te voeren voor zover daardoor de orde van de vergadering naar het oordeel van de voorzitter niet wordt geschaad;
    c. daarin voorstellen te doen voor zover daardoor de bepalingen van de wet en/of van deze statuten niet worden geschonden;
    d. het stemrecht uit te oefenen.
  2. Het bestuur is bevoegd van een deelnemer een legitimatie te vorderen, alvorens hij tot de algemene vergadering wordt toegelaten.
  3. Iedere deelnemer heeft het recht de jaarrekening en de notulen van de laatstgehouden vergadering in te zien die voor dit doel, volgens door het bestuur te stellen voorwaarden, ten kantore van de maatschappij ter inzage moeten liggen.

Artikel 34

  1. Stemming over personen geschiedt schriftelijk. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de vergadering anders besluit.
  2. Iedere aanwezige of vertegenwoordigde deelnemer brengt één stem uit. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Een ter vergadering aanwezige deelnemer kan slechts één afwezige deelnemer vertegenwoordigen, met schriftelijke machtiging.
    Een buiten de leden van de maatschappij benoemd bestuurslid heeft in de algemene vergadering een raadgevende stem.

Artikel 35
In geen geval zal een algemene vergadering besluiten kunnen nemen ten aanzien van punten, die niet op de agenda zijn vermeld, behoudens voor zover de wet daarin voorziet.

IV. WERKWIJZE VAN DE MAATSCHAPPIJ
Artikel 36
Het boekjaar van de maatschappij loopt van een januari tot en met een en dertig december. Alle schaden, welke in de loop van enig boekjaar ontstaan, alsmede de onkosten, welke in een boekjaar worden gemaakt, worden ten laste van het betrokken boekjaar gebracht.

Artikel 37
Van nieuwe deelnemers kan inleggeld worden geheven, waarvan de hoogte op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Ter zake van verhoging van de verzekerde sommen kan additioneel inleggeld worden geheven, eveneens op voorstel van het bestuur en vastgesteld door de algemene vergadering.

Artikel 38
Jaarlijks wordt van iedere deelnemer ter dekking van schaden en kosten een voorschotpremie geheven naar een tarief dat wordt vastgesteld door het bestuur. Met betrekking tot de premies voor verzekeringen die in de loop van een boekjaar beginnen, wordt de premie tot het einde van het boekjaar naar evenredigheid berekend.

Artikel 39

  1. Indien het totaal van de over een boekjaar ontvangen baten een overschot boven de lasten mocht opleveren, hebben de leden recht op dit overschot, naar evenredigheid van hun aandeel in de premie over het afgelopen boekjaar, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur besluit (een deel van) dit overschot toe te voegen aan de algemene reserve.
  2. De algemene reserve kan door het bestuur worden gebruikt om tot een spoedige uitkering van schadevergoeding te geraken en/of ter vermijding van kleine en/of herhaalde omslagen.

Artikel 40

  1. Aan de leden te restitueren overschotten worden aan hen uitgekeerd door tegoedschrijving op de ledenrekening ten name van de betrokken leden, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur besluit tot een andere wijze van verrekening.
  2. Voor zover de wet dat toestaat wordt bij beëindiging van het lidmaatschap het aandeel in de ledenrekening van het betrokken lid met hem vereffend binnen een jaar na afloop van het boekjaar, waarin of waarmee het lidmaatschap eindigt.
  3. Omslagen als bedoeld in artikel 41 kunnen van het aandeel in de ledenrekening worden afgeboekt.
  4. Ingeval van liquidatie van de maatschappij kan vereffening van de ledenrekening eerst plaatsvinden, nadat alle andere schulden zijn voldaan.
  5.  Van elke betaling van uit de ledenrekening, anders dan op grond van individuele opzegging van een lidmaatschap, dient de Nederlandsche Bank, Toezichthouder Verzekeringsmaatschappijen in kennis te worden gesteld uiterlijk één maand voor de datum van de voorgenomen betaling. Daadwerkelijke betaling kan pas plaatsvinden indien de Nederlandsche Bank binnen deze termijn niet te kennen heeft gegeven niet met deze betaling te kunnen instemmen.
  6. Over de aandelen in de ledenrekening wordt jaarlijks een rente vergoed, waarvan het percentage jaarlijks door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur wordt vastgesteld.
  7. De bepalingen van dit artikel kunnen slechts worden gewijzigd met instemming van de Nederlandsche Bank.

Artikel 41

  1. Indien in enig boekjaar door de maatschappij een verlies wordt geleden zal dit verlies worden omgeslagen, overeenkomstig het hierna in lid 2 bepaalde, over hen die gedurende het betreffende boekjaar of een deel daarvan deelnemer waren.
  2. a. Het aandeel van iedere omslagplichtige in het verlies, zal naar verhouding van de door ieder van hen gedurende het betreffende boekjaar aan de maatschappij verschuldigd geworden premies, door het bestuur worden vastgesteld.
    b. De omslagplichtigen zijn op eerste vordering, door of namens het bestuur ingesteld, gehouden tot het betalen van hun overeenkomstig het onder a. bepaalde vastgestelde aandeel in het verlies, te voldoen zonder dat zij zich daarbij op enige schuldvergelijking kunnen beroepen. Het bestuur is evenwel bevoegd de hiervoor bedoelde omslag aan iedere desbetreffende deelnemer opgelegd, voor zover mogelijk geheel of gedeeltelijk te verrekenen met het eventuele aandeel van de desbetreffende deelnemer in het ledenkapitaal.

Artikel 42
De middelen van de maatschappij dienen door het bestuur, met inachtneming van de eisen van liquiditeit, op solide wijze te worden belegd.

Artikel 43
Het bestuur is bevoegd de bij de maatschappij verzekerde goederen voor zover nodig geacht wordt, bij andere maatschappijen te herverzekeren (met in achtneming van artikel 20).

V. EIGENDOMSOVERGANG
Artikel 44
Bij verkoop en eigendomsovergang van de bij de maatschappij verzekerde goederen, anders dan door overlijden van de deelnemer, treedt de nieuwe eigenaar onmiddellijk in de rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger gedurende een termijn van acht dagen, waarna de verzekering eindigt, tenzij de nieuwe eigenaar deelnemer wordt.

Artikel 45
Bij overlijden van een deelnemer blijft de verzekering ten laste en ten bate van de erfgenamen doorlopen tot de boedelscheiding en nadien ten laste en ten bate van de erfgena(a)m(en) of de legataris(sen) waarop het (de) verzekerd(e) goed(eren) is (zijn) overgegaan tenzij de betrokken erfgena(a)m(en) of legataris(sen) binnen dertig dagen na de dag van boedelscheiding schriftelijk aan de maatschappij kennis geeft (geven) de verzekering niet te willen voortzetten.

VI. VERZEKERING BIJ ANDERE MAATSCHAPPIJEN
Artikel 46

  1. Deelnemers mogen zonder schriftelijke goedkeuring van het bestuur geen goederen, die bij de maatschappij verzekerd zijn, geheel of ten dele bij andere maatschappijen tegen dezelfde gevaren als waartegen de maatschappij dekking biedt, verzekeren of straffe van verlies van alle aanspraken op vergoeding van de schade onverminderd de verplichting van de deelnemer tot betaling van premies en omslagen.
  2. Het bestuur is evenwel gerechtigd de goederen ter aanvullende verzekering aan te
    nemen.

VII. GESCHILLEN
Artikel 47

  1. Geschillen tussen de maatschappij en een deelnemer welke voortvloeien uit een met een deelnemer gesloten overeenkomst van verzekering, worden, indien bestuur en deelnemer niet tot een minnelijke regeling kunnen komen of ingevolge de regeling als bedoeld in lid 2 niet tot een vergelijk komen, beslist door de bevoegde burgerlijke rechter in het Arrondissement Zwolle.
  2. De maatschappij is aangesloten bij de statutair te ’s-Gravenhage gevestigde stichting, genaamd: Kifid, Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, aan welke stichting een deelnemer een (dreigend) geschil met de maatschappij, voortvloeiend uit een overeenkomst van verzekering, kan voorleggen.

VIII. WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN HET VERZEKERINGSREGLEMENT
Artikel 48

  1. In de statuten van de maatschappij kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de deelnemers ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de deelnemers tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de deelnemers tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt tussen twee en vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal dan tegenwoordige of vertegenwoordigde deelnemers kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid alsmede een daartoe door de algemene vergadering aangewezen gemachtigde bevoegd.
  5. Het verzekeringsreglement, als bedoeld in artikel 3, dat door de algemene vergadering wordt vastgesteld, kan door de algemene vergadering worden gewijzigd. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van het verzekeringsreglement is het bepaalde in de leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.
    Een besluit tot vaststelling of tot wijziging van het verzekeringsreglement wordt genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen.

IX. ONTBINDING VAN DE MAATSCHAPPIJ EN VEREFFENING
Artikel 49

  1. Het bepaalde in artikel 48 leden 1, 2, en 3 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot ontbinding van de maatschappij.
  2. Het bestuur is belast met de vereffening van de bezittingen en de schulden van de maatschappij, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer anderen daarvoor worden aangewezen.
  3. Iedere verplichting van de leden of de oud-leden om bij te dragen in een tekort bij ontbinding van de maatschappij is uitgesloten.
  4. De vereffening geschiedt met inachtneming van de wettelijke bepalingen.
  5. Aan een bij vereffening blijkend batig saldo wordt een door de algemene vergadering te bepalen bestemming gegeven.
  6. Alle boeken en bescheiden van de ontbonden maatschappij blijven onder berusting van de voorzitter van het bestuur, tenzij de algemene vergadering anders bepaalt.

X. SLOTBEPALINGEN
Artikel 50

  1. Deze statuten treden met ingang van heden in werking.
  2. In alle gevallen waarin zowel de wet, deze statuten of het verzekeringsreglement niet voorzien, beslist het bestuur.