Onderlinge Brandwaarborg Vereniging Giethoorn U.A.

AANVULLENDE VOORWAARDEN VOOR INBOEDELS

Deze voorwaarden worden toegepast in combinatie met de algemene voorwaarden. Als er extra clausules, beperkingen of uitbreidingen op de polis staan, gaan deze voor.

In deze voorwaarden wordt verstaan onder de termen “Onderlinge”, “wij” en “ons”: De Onderlinge Brandwaarborg Vereniging Giethoorn U.A.; de verzekeringsmaatschappij waarmee de verzekeringnemer de verzekering heeft gesloten. In deze voorwaarden wordt verstaan onder de termen  verzekeringnemer” en “u”: de persoon die met de Onderlinge de verzekering heeft gesloten, zijn/haar gehuwde of geregistreerde partner en/of duurzaam met hem/haar in gezinsverband samenwonende personen.

1 Omvang van de verzekering
Deze verzekering vergoedt schade aan de inboedel – tot maximaal het verzekerd bedrag – in de woning die de verzekeringnemer permanent of recreatief bewoont, voor zover een plotselinge, onvoorziene gebeurtenis deze schade veroorzaakt. In artikel 2 van deze voorwaarden wordt beschreven wat wij onder het begrip inboedel verstaan. In artikel 3 van deze voorwaarden worden de verzekerde schadeoorzaken genoemd en omschreven.

2 Omschrijving inboedel
Met inboedel wordt bedoeld: de in de door verzekeringnemer permanent of recreatief bewoonde woning aanwezige roerende zaken, die horen tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer. Behalve roerende zaken zal de Onderlinge ook als verzekerd beschouwen: elke andere zaak, die hoort tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer, mits deze geen deel uitmaakt van de woning, maar die daaraan zodanig is verbonden dat zij van de woning kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht en/of zonder verlies van functionaliteit. Een aantal zaken die niet in de woning aanwezig zijn en/of niet onder het begrip inboedel vallen, worden ook als verzekerd beschouwd. Zie daarvoor artikel 5 en artikel 6 van deze voorwaarden.
Waardevolle inboedel wordt ook als verzekerd beschouwd, tenzij deze onder de dekking van een andere verzekering  valt. De maximale vergoeding bedraagt:

  • € 12.000,= voor audiovisuele- en computerapparatuur;
  • € 15.000,= voor bijzondere bezittingen;
  • € 6.000,= voor lijfsieraden, incl. horloges;

Als voor waardevolle inboedel een hoger verzekerd bedrag op de polis is vermeld, geldt dat verzekerd bedrag als maximum voor waardevolle inboedel.

Huurders-/eigenaarsbelang:

als u huurder van een woning, of eigenaar van een appartement( srecht) bent, geldt dat huurders-/eigenaarsbelang tot € 6.000,= verzekerd is, tenzij op de polis een hoger bedrag vermeld is. Met huurders-/eigenaarsbelang wordt bedoeld: Het belang dat u hebt voor zaken die voor uw rekening in/aan/bij de woning of het appartement zijn aangebracht, voor zover onderhoud, herstel en vernieuwing ten laste van u komen. Hieronder vallen bijvoorbeeld: parketvloeren, behang- en schilderwerk, schuren, schuttingen, overkappingen, verbeteringen die u zelf of de vorige eigenaar in/aan/bij de woning heeft aangebracht.

3 Verzekerde schadeoorzaken
De hieronder vermelde schadeoorzaken vallen onder de dekking van uw verzekering. Voor een goed begrip is het van belang dat u weet wanneer wij een schadeoorzaak erkennen als een gedekte gebeurtenis. Zie voor de definitie hiervan de schuin gedrukte tekst. Bij sommige van deze gebeurtenissen geldt een beperking of een eigen risico. De beperkingen en eigen risico’s worden omschreven in de algemene voorwaarden, deze aanvullende voorwaarden en op de polis (eventueel door middel van een clausule).

Dekking “brand”
a. brand en brandblussing
b. ontploffing
c. blikseminslag
d. inductie en overspanning
e. luchtvaartuigen

Dekking “brand/storm”
– a t/m e en voorts
f. storm
g. neerslag
h. sneeuwdruk en hagelstenen

Dekking “brand/storm/extra”
– a t/m h en voorts
i. kapot vriezen van leidingen, installaties en apparaten
j. water en/of stoom
k. olie
l. diefstal
m. vandalisme
n. relletjes en ongeregeldheden bij stakingen
o. aanrijding en aanvaring
p. omvallen en neerstorten
q. scherven
r. bederfschade

A Brand en brandblussing:
met vlammen gepaard gaand vuur door verbranding, buiten een haardplaats, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Deze dekking omvat ook: schade door naburige brand, door brandblussing, door vernieling bij brand op last van hogerhand, door reddingswerk en door diefstal of vermissing bij brand of reddingswerk. Onder brand wordt niet verstaan: broeien, doorbranden van elektrische apparaten en motoren, oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.

B Ontploffing:
vernieling die het directe gevolg is van een plotselinge grootschalige uitzetting van gassen of dampen, al dan niet veroorzaakt door een chemische reactie (zoals explosieve ontbranding) van andere stoffen of doordat de wand van een vat onder druk het begeeft.

C Blikseminslag:
ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde met zichtbare schade aan het aardoppervlak of aan zich daarop bevindende zaken.

D Inductie en overspanning:
door blikseminslag ontstane elektrische spanning die korte tijd hoger of lager is dan de grootste of kleinste waarde in normale bedrijfstoestand.

E Luchtvaartuigen:

  • een lucht- of ruimtevaartuig dat vertrekt, vliegt, landt of valt en daarbij iets treft
  • een aan het lucht- of ruimtevaartuig verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
  • een ander voorwerp dat zelf getroffen is door een hiervoor genoemd onderwerp.

F Storm:
wind met een snelheid van tenminste veertien meter per seconde (windkracht 7). Met schade door storm wordt gelijkgesteld:

  • schade als gevolg van neerstortende bomen of takken of andere voorwerpen ten gevolge van storm; (schade aan de boom valt niet onder de dekking.)
  • schade door vernieling op last van hogerhand wegens de toestand van de door de storm beschadigde woning;
  • schade door regen, sneeuw, hagel of smeltwater als direct gevolg van stormschade. Hieronder valt ook overbelasting van daken of wanden als gevolg van opgewaaide sneeuw, uitgezonderd schade door binnendringend sneeuw- of smeltwater.

G Neerslag:
onvoorzien binnen gedrongen regen, sneeuw, hagel of smeltwater (neerslag van tenminste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 71 uur, op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan). Uitgesloten is schade veroorzaakt door neerslag die de woning is binnen gedrongen door openstaande ramen, deuren, luiken, luchtroosters of ten gevolge van vochtdoorlating van muren en vloeren.

H Sneeuwdruk en hagelstenen:
de druk die sneeuw en/of ijs uitoefenen op de buitenkant van de woning en het inslaan van hagelstenen.

I Kapot vriezen van leidingen, installaties en apparaten:
het kapot vriezen van leidingen en daarop permanent aangesloten installaties binnen de woning. Als de kosten voor het herstel van de leidingen en installaties ( inclusief het benodigd hak- en breekwerk en herstel daarvan) deel uitmaken van het huurders-/eigenaarsbelang, dekt de verzekering tot 10% van het verzekerd bedrag ook deze kosten, voor zover niet gedekt onder een andere verzekering. Indien nodig moeten de gebruikelijke maatregelen tegen kapot vriezen genomen zijn (zoals het aftappen en afsluiten van installaties en kranen, het in bedrijf houden van de centrale verwarming en dergelijke). Deze dekking geldt niet voor leegstaande woningen of woningen die verbouwd worden.

J Water en/of stoom:
onvoorzien, plotseling uitstromend en/of overlopend water en/of stoom uit:

  • gesprongen leidingen van een waterleiding of een centrale verwarmingsinstallatie, rioolputten of afvoerleidingen als gevolg van breuk, vorst, verstopping of van een plotseling onvoorzien optredend defect.
  • sanitair;
  • machines en apparaten die op hiervoor genoemde leidingen zijn aangesloten, eveneens als gevolg van de hier voor genoemde oorzaken;
  • de afvoerslang van de (afwas)machine doordat deze plotseling uit zijn afvoerpijp is geschoten;
  • een airconditioning- of sprinklerinstallatie;
  • een waterbed, als zich daarin een defect heeft voorgedaan.

Als de kosten voor het herstel van de leidingen en installaties ( inclusief het benodigd hak- en breekwerk en herstel daarvan) deel uitmaken van het huurders-/eigenaarsbelang, dekt de verzekering tot 10% van het verzekerd bedrag ook deze kosten, voor zover niet gedekt onder een andere verzekering. Uitgesloten is schade door water die uit vul- en tuinslangen stroomt, al dan niet aangesloten op een installatie. Uitgesloten blijft ook schade die voortkomt uit geleidelijke vochtdoorlating van tegelwerk of een andere vloer- of wandafwerking die waterdicht behoort te zijn, inclusief de (kit-)voegen.

K Olie:
onvoorzien uitstromende olie uit een met olie gevulde elektrische radiator of uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie.

L Diefstal:
(poging tot) diefstal, gewelddadige beroving en afpersing en daarmee gepaard gaande vernieling en beschadiging. Voor aan- en bijgebouwen, welke niet binnendoor vanuit het woongedeelte bereikbaar zijn, evenals bergruimten in flatgebouwen, geldt deze dekking uitsluitend als er duidelijke sporen van braak zijn. Er ontstaat recht op schadevergoeding als gestolen zaken niet binnen één maand na melding bij de politie worden terug gevonden en nadat u uw eigendomsrechten  daarop schriftelijk aan ons heeft overgedragen.

M Vandalisme:
opzettelijke beschadiging, gepleegd door iemand die zonder toestemming de woning is binnen gedrongen. Voor aan- en bijgebouwen, welke niet binnendoor vanuit het woongedeelte bereikbaar zijn, evenals bergruimten in flatgebouwen, geldt deze dekking uitsluitend als er duidelijke sporen van braak zijn. Met uitzondering van brand is schade door vandalisme aan de inboedel buiten de woning uitgesloten.

N Relletjes en ongeregeldheden bij stakingen:
de gevolgen van incidentele collectieve geweldmanifestaties of ongeregeldheden bij werkstakingen.

O Aanrijding en aanvaring:
de gevolgen van aanrijding van voertuigen of aanvaring van vaartuigen. Óók afvallende en uitvloeiende lading, ongeacht of dit afvallen of uitvloeien een gevolg is van een aanrijding of een aanvaring. Voor deze schadeoorzaken geldt de voorwaarde dat de woning ook getroffen moet zijn en schade oploopt.

P Omvallen of neerstorten:
als de woning, waarin de inboedel zich bevindt, getroffen wordt door een onvoorzien omgevallen kraan, heistelling, boom(-tak), zonwering, antenne of  lichtreclame en daardoor ook schade oploopt, wordt schade aan de inboedel vergoed. Met uitzondering van schade aan de genoemde voorwerpen zelf en schade veroorzaakt tijdens werkzaamheden daaraan.

Q Scherven:
door scherven van gebroken ruiten, spiegels en ingelijste objecten veroorzaakte schade, met uitsluiting van schade aan het glas zelf.

R Bederfschade:
bederf van de inhoud van een koel- of diepvrieskast/–kist doordat het apparaat plotseling en/of onverwacht uitvalt door een onvoorzien defect of door een stroomstoring langer dan 6 uur. De maximale vergoeding hiervoor bedraagt € 1.500,= per schadegeval.

4 Schade als gevolg van eigen gebrek
Als door een in artikel 3 genoemde oorzaak schade is ontstaan door de aard of een gebrek van een verzekerde zaak, wordt dit niet vergoed. De gevolgschade wordt wel vergoedt. (Bijvoorbeeld bij elektrische toestellen en voorwerpen die zelf warmte ontwikkelen of kunnen ontwikkelen.)

5 Inboedel buiten de woning
Als de verzekerde inboedel niet in de op de polis vermelde woning aanwezig is, wordt toch als verzekerd beschouwd:

  • Aan het lichaam gedragen kleding en schoeisel.
  • Inboedel die zich bevindt in een garage(box), bijgebouw, schuur, kelderbox of dergelijke berging, welke uw eigendom is of die u huurt, dan wel in een gemeenschappelijke ruimte in het gebouw waar u woont. Voor schade door (poging tot) diefstal of vandalisme geldt een uitzondering, zie hiervoor artikel 3.N en artikel 3.O.
  • Inboedel die aan de woning is bevestigd of zich bevindt op het terrein van het risicoadres, met uitzondering van schade door diefstal, vandalisme, storm, neerslag of andere weersinvloeden.

* Voor aan de woning bevestigde (schotel)antennes geldt dat schade door storm wel wordt vergoed (op basis van dagwaarde).
* Voor (schotel)antennes geldt een maximum van € 1.500,= per schadegeval.

  • Inboedel die zich bevindt in een auto binnen Nederland of tijdens een trip vanuit Nederland van maximaal 24 uur in België, Duitsland of Luxemburg. Diefstal is alleen gedekt als de auto deugdelijk afgesloten was, de inboedel niet in het zicht achtergelaten en er sprake was van braak aan de auto. De maximale vergoeding hiervoor bedraagt € 250,=. De dekking geldt niet voor autoaccessoires.
  • Inboedel die zich tijdelijk (niet langer dan twee maanden) in een andere (recreatie)woning of bijgebouw binnen Europa bevindt en waarvan het de  bedoeling is dat deze in de op de polis vermelde woning terugkeert, tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag, tenzij deze inboedel elders verzekerd is. Deze dekking geldt alleen voor schade door de in artikel 3 A t/m F genoemde schadeoorzaken. Als de periode van twee maanden wordt overschreden,
    moet de Onderlinge hierover geïnformeerd worden, zoals dit in artikel 7.1 van de algemene voorwaarden vermeld is.
  • Inboedel tijdens verhuizing, zowel op het oorspronkelijke als het nieuwe adres voor ten hoogste één maand.
    – Inboedel tijdens verhuizing of vervoer, veroorzaakt door:

    • een ongeval dat het vervoermiddel is overkomen;
    • het breken van hijsgerei;
    • het uit de strop schieten.

Deze dekking geldt niet als de schade verhaald kan worden bij de (aansprakelijkheidsverzekeraar van de) verhuizer.

6 Aanvullende dekking overige zaken
Als onderstaande zaken zich in de woning, garage of bijgebouw bevinden en niet onder de dekking van een andere verzekering vallen, worden deze ook als verzekerd beschouwd.  De vergoeding bedraagt per schadegeval maximaal 10% van het verzekerd bedrag voor alle zaken samen. Als in dit artikel een lager bedrag als maximum genoemd wordt, geldt het dan genoemde bedrag, tenzij anders op de polis vermeld.
Voor schade door (poging tot) inbraak en diefstal kan een beperking van kracht zijn, zie hiervoor artikel 3 N.

  • Waardepapieren;
    vergoeding wordt verleend als en voor zover de betrokken bancaire instelling geen of gedeeltelijk schade vergoedt. De maximale vergoeding bedraagt € 1.000,= per schadegeval.
  • Fietsen, brom-/snorfietsen
    (incl. bijbehorende onderdelen en accessoires).
  • Vaartuigen, aanhangwagens
    (incl. bijbehorende onderdelen en accessoires) met uitzondering van vaartuigen en aanhangwagens waarvan de nieuwwaarde hoger is dan € 1.500,=.
  • Particuliere inboedel van een derde;
    tot een bedrag van maximaal € 250,= per schadegeval.
  • Zaken, in bezit zijnde voor de uitoefening van uw beroep;
    gereedschappen, materialen en kleding.
  • Gestolen sleutels;
    als de sleutels van de woning, waarin de verzekerde inboedel zich bevindt, bij een gedekte gebeurtenis zijn gestolen, wordt voor het noodzakelijk vervangen van de sleutels of sloten ten hoogste € 300,= per gebeurtenis vergoed. Als de woning, waarin de inboedel zich bevindt, ook bij ons verzekerd is, dan  bedraagt de maximale vergoeding € 600,=.

7 Uitsluitingen
In artikel 9 van onze algemene voorwaarden staan de van toepassing zijnde uitsluitingen vermeld. Tenzij de volgende zaken op de polis vermeld staan, zijn ook uitgesloten:

  • Motorijtuigen, behalve brom- en snorfietsen.
  • Caravans en bijbehorende onderdelen en accessoires.
  • Vaartuigen en aanhangwagens, inclusief bijbehorende onderdelen en accessoires, waarvan de nieuwwaarde hoger is dan € 1.500,=.

8 Beperkte dekking bij onbewoonde woning
Als de woning langer dan twee maanden niet bewoond of buiten gebruik is, moet dit bij ons gemeld worden. Hieronder verstaan wij ook als de woning (deels) wordt bewoond door krakers. Het volgende is dan uitgesloten:

  • (water)schade, die veroorzaakt is doordat er leidingen bevroren zijn, en (water)schade, door het bevriezen van apparaten die op leidingen zijn aangesloten.
  • Schade door inbraak, diefstal en vandalisme, tenzij er sporen van braak zijn aan de woning, waarin de inboedel zich bevindt. Brandschade door vandalisme is niet uitgesloten.

9 (Beperkte) dekking tijdens verbouwing
Bij schade door in artikel 3 G t/m T genoemde oorzaken, tijdens de verbouwing, moet aangetoond kunnen worden dat de schade niets te maken heeft met de bouwwerkzaamheden zelf of het nog niet voltooid zijn ervan, of dat er onvoldoende maatregelen ter voorkoming van mogelijke schade als gevolg van de werkzaamheden zijn genomen. Als de woning tijdelijk niet bewoond wordt, is diefstal en vandalisme alleen gedekt als de woning voldoende afgesloten en glasdicht is en er duidelijke sporen van braak zijn. De dekking tijdens verbouwing geldt niet als de schade verhaald kan worden bij degene die de woning verbouwt.

10 Extra vergoedingen in geval van schade
Onderstaande zaken vergoedt de Onderlinge boven het verzekerd bedrag als deze het noodzakelijk gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis.

Dekking “brand”
A Bereddings-/salvagekosten;
de kosten die gemaakt worden ter voorkoming en vermindering van schade zijn meeverzekerd tot 10% van het verzekerd bedrag.

B Expertisekosten;
het salaris en de kosten van de expert(s) die gemaakt worden voor het vaststellen van de schade zijn meeverzekerd. Het salaris en de kosten van de eventueel door u benoemde expert (zie artikel 11) vergoeden wij slechts voor zover dit salaris en deze kosten niet hoger zijn dan de door de Onderlinge ingeschakelde expert. Wij vergoeden geen expertisekosten als de expert zich niet heeft geconformeerd aan de `Gedragscode schade-expertiseorganisaties`.

Dekking “brand/storm/extra”
C Opruimingskosten
de kosten van afbraak, wegruimen en afvoeren van zaken zijn meeverzekerd tot 10% van het verzekerd bedrag.

D Tuin;
de herstelkosten van de tuin of het balkon van de woning waarin de verzekerde inboedel zich bevindt en de daarin aanwezige beplanting, na beschadiging daarvan, veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis. Hiervan uitgezonderd is schade door storm, (tenzij de schade is veroorzaakt door voorwerpen die van buiten de tuin door de storm worden meegevoerd), andere weersinvloeden, diefstal en vandalisme.
Deze dekking geldt alleen als de kosten voor rekening van verzekeringnemer komen en niet onder de dekking van een andere verzekering vallen.
De maximale vergoeding per schadegeval bedraagt 10% van de verzekerde som.

E Transport en opslag;
de noodzakelijke kosten van opslag van de inboedel in een tijdelijke opslagplaats én de kosten van transport naar en van deze opslagplaats als de woning door een gedekte gebeurtenis onbewoonbaar is geworden zijn meeverzekerd.
De kosten van opslag worden hoogstens twaalf maanden vergoed.

11 Vaststelling van de schade
De door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte schade wordt, mede aan de hand van de door u verstrekte gegevens en inlichtingen, door ons vastgesteld (eventueel in overleg met u). Het is mogelijk dat de Onderlinge hierbij een expert inschakelt. Als u het niet met de vaststelling eens bent, kunt u een contra-expert inschakelen. De door u en ons gekozen experts benoemen dan vooraf een onpartijdige derde expert. Deze experts dienen zich geconformeerd te hebben aan de “Gedragscode schade-expertiseorganisaties”. Als onze expert en de contra-expert het niet eens worden over het schadebedrag, stelt de derde expert de omvang  van de schade voor u en voor ons bindend vast binnen de grenzen van de beide eerdere taxaties. Als u niet binnen tien dagen, nadat u de vaststelling heeft ontvangen, een expert heeft aangesteld, zal alleen door onze expert de schade bindend worden vastgesteld. (Zie voor de vergoeding van de expertisekosten artikel 10.B)

12 Schadevergoeding
Als herstel naar ons oordeel mogelijk is, wordt de schade vastgesteld op basis van de herstelkosten en de eventuele waardevermindering die door de gebeurtenis is veroorzaakt en door reparatie niet volledig is opgeheven. Er wordt nooit meer vergoed dan de nieuwwaarde. Als herstel niet mogelijk is, vindt vergoeding plaats op basis van de huidige nieuwwaarde. Onder nieuwwaarde dient te worden verstaan het bedrag dat onmiddellijk voor het evenement nodig zou zijn geweest om nieuwe voorwerpen van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen. Onderstaande zaken worden echter op basis van dagwaarde vergoed:

  • waarvan de dagwaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
  • die niet meer gebruikt worden voor het doel waarvoor zij bestemd waren;
  • die u bezit of gebruikt op basis van een overeenkomst, zoals gehuurde apparaten;
  • fietsen, brom-/snorfietsen,vaartuigen
  • gazonmaaiers, (schotel)antennes en terreinafscheidingen.  (Bij schade door storm, geldt voor (schotel)antennes een maximum van € 1.500,= per schadegeval.)

Onder dagwaarde dient te worden verstaan nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
Voor onderstaande inboedel geldt tot het 9e jaar nieuwwaarde, 9e en 10e jaar 40% van de nieuwwaarde, na 10 jaar restwaarde nihil:

  • TV, radio en audioapparatuur
  • Koelkasten
  • Was- en droogmachines
  • Diepvriezers
  • Voor computers geldt een jaarlijks afschrijvingspercentage van 25%.

Bij zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde vindt vergoeding plaats op basis van de waarde die vermeld  is op de polis. Als de waarde niet vermeld is op de polis, vindt vergoeding plaats op basis van de waarde, vastgesteld door een deskundige, die deze zaken zouden hebben opgebracht bij een verkoop of veiling.

13 Onderverzekering
Als het verzekerd bedrag lager is dan de werkelijke nieuwwaarde van de inboedel, wordt de schade in evenredigheid vergoed, tenzij anders op de polis vermeld.

14 Betaling van de schadevergoeding
De Onderlinge streeft ernaar de schade zo snel mogelijk te vergoeden aan de hand van een herstel-/aankoopfactuur.